Wat leuk dat ze op de eerste rij mocht zitten. En wat speelde het orgel mooi. Hoe heette dat lied ook al weer? Oh ja, veilig in Jezus armen. Dat zong haar moeder altijd voor haar en haar zusje. Ze zou het zo mee kunnen zingen.
Ach, zo jammer dat haar man er vandaag niet bij kon zijn. Hij zou het zo mooi gevonden hebben. Maar ja, Hendrik moest werken vandaag. Ze nam zich voor hem vanavond alles te vertellen. Dat zou hij fijn vinden.
Hè, wat raar. De muziek stopte. Net nu het zo sfeervol klonk. Maar kijk dan, wat een verrassing, daar stond hij toch, haar Hendrik. Groot, jong en keurig in zijn zwarte trouwpak. Wat keek hij verdrietig? Wat zei hij nou? Vandaag nemen we afscheid? Van wie dan? Er was toch niks ernstigs gebeurd?
Ach, hun trouwdag. Ze wist de datum nog precies: twee september 1945. Ze hadden geen werk, geen geld en geen huis. Want de oorlog had veel schade aangericht. Maar ze kwamen er door. Want ze hielden van elkaar. Zo simpel was het.
Ze moest even gedut hebben. Plotseling stond Hendrik voor haar en gaf haar de wandelstok aan. ‘Hier mamma, kom maar, we gaan naar de begraafplaats.’ Ze schrok. ‘Maar wie is er dan dood Hendrik, waarom heb je dat niet eerder gezegd?’ viel ze plotseling uit.
Ze kon maar niet begrijpen waarom haar grote, sterke man plotseling zo moest huilen. Troostend greep ze zijn hand. Het kwam allemaal wel weer goed.
Heftig, maar wel mooi. Ik moest het twee keer lezen. De eerste keer om te begrijpen wat er stond. Bij de tweede keer lezen verschenen de beelden.
ahhhh plato.
* snik*
da’s een heftig afscheid voor de jongen hé
xxx