Tuinier stond aan het woonkamerraam en keek de stille straat in. In de verte zag hij een bekende gestalte naderen.
‘Oh God, juffrouw Knoet,’ mompelde hij, ‘wegwezen. Straks komt ze aan de deur en dan wil ze koffie en vooral… kakelen.’
Hij stapte achteruit de gang in zodat zij hem, bij het voorbijlopen, niet zou zien.
‘Het is toch te gek, ‘gromde hij, ‘dat ik me voor de zoveelste keer sta te verschuilen. Maar ja, ze was dan ook een echte Hyacint Bouquet in het kwadraat.
Hij had Cornelis C. eens geraadpleegd. Die had zijn schouders opgetrokken en gezegd: ‘ één keer goed schofferen en je ziet haar nooit meer.’ Maar dat was wel erg grof. En Plato zou vermoedelijk zeggen: ‘verzin een smoes maar houd het netjes.’ Had je ook niks aan.
Nu zou ze wel voorbij zijn, dacht Tuinier, stapte de kamer in en… keek recht in het gepoederde gezichtje van buurvrouw.
‘Ha, Tuinier, galmde ze, ‘u bent thuis. Ik dacht, hij is vast al aan het koffie zetten. Doet u even óóóopen?’
Tuinier ontgrendelde de voordeur en ging de keuken in.
Buurvrouw zeilde als een oorlogsschip de woonkamer binnen, wierp haar jas over een stoel en riep: ‘Tuinier, wat een aardige inrichting voor zo’n klein kotje. Wat je met goedkope spullen toch allemaal kan doen. En die planten, ja de mijne zijn natuurlijk groter, maar de jouwe staan best goed hoor.
Tuinier kwam met de koffie binnen en gromde een vaag antwoord.
Juffrouw Knoet nam met een plof plaats in de leunstoel van Tuinier. Deze pakte een gewone stoel. Terwijl juffrouw Knoet ratelde, bedacht hij wanhopig: hoe werk ik haar weg? Hij werd er knap zenuwachtig van.
‘Zeg Tuinier, wat staat die olifantspoot mooi. Die glanzende bladeren, die robuuste stam, hoe doe je dat?’ Zo wil ik er ook wel een.’ Ze pakte de stam van de plant stevig beet, als wilde ze hem meteen mee naar huis nemen.
Waar hij de woorden vandaan haalde, Tuinier wist het zelf niet. Maar ze kwamen.
‘Oh die olifantspoot, tja, ik wist niet dat hij zo mooi zou worden. Eigenlijk geef ik hem gewoon alleen een beetje water en aan de stam smeer ik altijd de snot die ik ’s ochtends uit mijn neus peuter. Daar reageert hij heel goed op.
Drie seconden doodse stilte!!!
Daarna: het bliksemsnel terugtrekken van een hand en juffrouw Knoet die, ijselijk gillend, het huis uitrende.
Het plaatje komt van internet