Zorgvuldig wachtte oude Sluwaard tot de maan achter een wolk verdween. Vlug grabbelde hij een haak uit een stoffen zak, sloop naar de voordeur en tikte, via de brievenbus, de haak aan het binnenslot. De deur klikte open.
Hij luisterde. Doodse stilte.
De buitendeur liet hij op een kier. Onhoorbaar ging hij door de duistere gang en inspecteerde de woonkamer.
‘Niks,’ mompelde hij. Toch graaide hij hier en daar wat spullen weg. Hij opende laden. Geen geld, geen pasjes.
Als een schaduw sloop hij, krakende treden handig vermijdend, de trap op.
Twee kamerdeuren stonden open. Hier ook al niets van waarde.
Ineens was de stilte vreemd, beklemmend. Hij wilde weg! Maar iets hield hem tegen. Een derde kamer. Hij was nog niet klaar.
Zachtjes opende hij de deur…
…
‘Ach, lieve vriend, u bent gekomen.’ De warme, melodieuze stem verlamde hem volkomen. Schichtig keek Sluwaard om zich heen. Hij bevond zich in een zwakverlichte slaapkamer. In het tweepersoonsbed lag, met gesloten ogen, een oude man, het gezicht doortrokken van lijden. Zijn borst ging licht op en neer. Zijn dooraderde handen lagen krachteloos op het laken.
‘Het zal mijn broer goed doen u, in zijn laatste uren, weer in vriendschap bij hem te zien.’
Het was een kleine vrouw met lang grijs haar, zachte, wijze gelaatstrekken en ogen… die oneindige zachte ogen!
Onhandig knikte hij: ‘ik…’
‘Ik begrijp… voor u is het ook emotioneel. Na twintig jaren… Maar ga toch bij hem zitten.’
Aarzelend nam Sluwaard plaats op een stoel naast het bed. Waar was hij in hemelsnaam in terechtgekomen? Meer nadenktijd had hij niet. De oude opende zijn ogen.
‘Herman?’ Zijn stem klonk als een zucht.
‘Ja,’ zei hij bij gebrek aan beter.
‘Herman,’ fluisterde de oude, ‘ik heb niet veel tijd. Kun je me vergeven dat ik je indertijd zo….’ Hij zweeg en hoestte luid.
Terwijl hij een antwoord zocht gebeurde er iets vreemds. Hij ontwaarde een lichtwezen dat wervelende bewegingen over het lichaam van de oude maakte. Één seconde keek het Sluwaard met een oneindige liefdevolle blik aan.
Dat was genoeg.
Hij pakte de hand van de stervende en zei: ‘natuurlijk vergeef ik je. Rust maar uit, goede vriend.’
Het gezicht van de oude werd rustiger. Daarna gleed hij in een diepe sluimering.
Weer keek het lichtwezen op, nu dankbaar en goedkeurend.
Ineens leek Sluwaard te ontwaken uit een hypnose. ‘Ik moet gaan.’
Weer die stem: ‘natuurlijk, fijn dat u bent gekomen. Dank u wel.
Hij sloop de trap af, leegde ijlings de zak op de woonkamertafel en ging er vandoor.
Vanaf die avond kon hij niet meer oneerlijk zijn. In plaats daarvan zat hij met één diepe wens en vele vervloekte vragen die niet uit zijn kop wilden. Wat was dat lichtwezen? Hoe was het met de oude afgelopen? Wie was Herman en… waarom was hij niet gekomen?
Zijn wens werd vervuld op een zonnige meidag toen hij de kleine vrouw op de markt zag. Haar ogen waren als de eerste lentezon.
Maar aanspreken kon hij haar niet.
© Plato juni 2014
Een Juweel!!
Wat oneindig mooi Plato
groetjes, Ria
prachtig. ^^
Misschien was het wel zijn eigen geweten dat hij zag ;). Een mooi verhaal.
Heel heel bijzonder. Je hebt een hele mooie sfeer neergezet Plaat.
Prachtig, beeldend verhaal.
O, dank je wel, dit is echt weer een verhaal zoals jij alleen het kan schrijven 🙂 Prachtig en ik heb er weer van genoten 🙂
Zo, die maakt daar even iets heel bijzonders mee.
Deze ‘buit’ was groter dan hij in zijn zak had.
Heel erg mooi Plato!
Een meesterwerkje!
Je zal het maar meemaken: een lichtwezen zien, een kronkel op je levenspad maken en dan ook nog een diepe wens voorzichtig in vervulling zien gaan.
De titel vind ik een beetje “te gewoon” voor je verhaal.
Zo is het dus niet, Kakel. Die diepe wens kan nooit in vervulling gaan. Hij zou de vrouw nooit in de ogen kunnen kijken. De titel is voor mij prima.
Wat een sfeer weet je op te roepen met dit wonderschone verhaal. Wie het licht eenmaal heeft gezien, kán niet meer op dezelfde voet voortleven als hij tot dan toe heeft gedaan. Maar ook blijft altijd het verlangen. Nooit zal dit geheel vervuld worden. Althans niet hier…..
Klasse!
Wat een (onverwachte) omslag. 🙂
De oude Sluwaard was niet alleen maar slecht, hij kon nog op slag verliefd worden. 🙂
Als hij haar aan zou spreken, zou uitkomen dat hij Herman niet was, en bovendien een boef.
Herman was een oude vriend die de stervende al 20 jaar niet gezien had, zo zonde dat een vriendschap, om waarschijnlijk iets dat makkelijk rechtgezet had kunnen worden, zo afliep.
Maar de oude man kon rustig heengaan.
Het grootste raadsel is het lichtwezen, wat zou het fijn zijn als ze bestonden, de wereld zou een stuk mooier zijn.
Prachtig verhaal Plato, heel beeldend geschreven.
Zo is het precies Willie. De man kon niet op zijn oude pad doorgaan maar door de ontmoeting met het lichtwezen is zijn verleden nog niet zo maar uitgewist. Daarom zal hij die ogen nooit de zijne kunnen noemen, althans niet naar zijn eigen normen.
Kan hij in vrede rusten. Maar bij Sluwaard zouden de vragen blijven. Weer prachtig geschreven.
Eén kleine opmerking: Hij sloopt de trap af?
Oeps, je hebt gelijk. Ik heb het hersteld.
Dat hakt erin. Zo geweldig geschreven. Onnavolgbaar
Goh, dit is mooi Plato….ik moet er een zucht bij laten.
Je kunt inderdaad mooi schrijven.
Gefeliciteerd Lieverd.
Maria
Ik heb geen superlatieven na mijn voorgangers ….behalve dan dat het wel riekt naar een vervolg 🙂
Mel, neem de spuitbus ter hand. Het verhaal is helemaal af zo. 🙂
prachtig plaatje, je laat wat open, 🙂 dat duidt op een vervolg:-)
en dat doet mij erg goed:-)
geweldig mooi geschreven:-) je neemt iedereen mee:-)
xxx
Klaproos, zie mijn antwoord aan Melody.
oke plaat, als jij zegt het is af, is het af, maar er hangt nog iets in de lucht voor mijn gevoel,
mooi dat hij de stervende bij zijn laatste ademsnik nog gerust heeft kunnen stellen:-)
Klaproos, ik denk dat het verhaal erbij wint om die vragen open te laten. De hoofdpersoon kan nooit de antwoorden krijgen die jij wilt. Zo is het leven ook vaak. Vele levens blijven met dat ene ontbrekende puzzelstukje zitten. Onverdraaglijk mooi noem ik dat.
Prachtig verhaal
Van het kwade naar het goede
Hoe mooi is dat?
Ach Plato, wat is dit een prachtig verhaal. Eindeloos teer en zacht – het is een idiote omschrijving misschien maar dat is het eerste dat in me opkomt, stom hè? En het lichtwezen – er zijn zoveel dingen waarvan ik me wel eens afvraag: hoe zou het nou toch allemaal in elkaar zitten. Zo’n lichtwezen is er een van. Vragen, vragen – hopelijk krijgen we ooit de antwoorden. Eindeloos mooi verhaal Plato.
Het is midden in de nacht en stikdonker. Ik kan niet slapen .. lees blogs bij. Jouw verhaal past perfect in deze nacht. Dank.
Ehhh….OK!
Mooi verhaal. Ik houd wel van dit soort open eindes. Ik houd trouwens überhaupt van jouw verhalen en die onverwachte wendingen die je er telkens in weet te brengen. Erg goed!
Misschien wel Herman die hem liet weten zijn broer te vergeven .
Mooi verhaal !
Ik begrijp je niet helemaal Laura.
Nou die Sluwaard zag ah bed een verschijning misschien was die verschijning Herman “wat sluwaard niet kon weten “, doch wel liet inspireren de man oo bed in naam van Herman te vergeven .
Ik mijmer maar wat mee in her verhaal want uit eindelijk is het een open einde 😉
Zo, wat een sfeer weet je weer neer te zetten Plato. Een sprookjesachtig verhaal met mooie gebeurtenissen. Sluwaard op het rechte pad, de oude man zijn rust gevonden, zijn zuster ook blij. En een lichtwezen dat de wereld mooier maakt. 🙂
Een prachtig verhaal Plato, blij dat ik er even echt voor ben gaan zitten! Jouw schrijfsels moeten kunnen doordringen en dat kan niet op elk moment… Een ding is sowieso positief, het dievengilde is een lid kwijt… Maar deze ervaring zal hem altijd bijblijven!