Diep in de krochten van het Brusselse Centraal Station, strategisch opgesteld tussen een meedogenloos metalen hekje en de keurig tussen M en V verdeelde toiletten, zit een middelbare vrouw aan een houten tafeltje.
Ze kan maar moeilijk haar ogen open houden want het is warm. Ze beseft echter dat ze goed wakker moet blijven want er zal verdorie maar een nooddruftige onverlaat over het hekje klimmen om zijn behoefte gratis achter te laten. Daarom springt ze af en toe op, hupt een beetje en laat zich dan weer in haar zetel zakken.
Het gezicht van het mannetje met de te wijde broek is rood van opwinding. Hij moet kennelijk zeer nodig want met op hol geslagen motoriek wil hij dwars door het aanwezige draaideurtje banjeren.
Het draaideurtje geeft niet mee.
Onmiddellijk opent de middelbare vrouw haar ogen en roept in nijdig Vlaams met veel Franse tongval:
‘Vijftig cent, ge moet er vijftig cent in werpen!’
‘Wablief?’
‘Nondeju, vijftig cent.’ Ze staat driftig op. ‘Hier in de gleuf!!’
‘Ah, excuseer madame.’ Hij graait wild in zijn zakken en jawel, daar is het muntje.
‘En nu inwerpen, allee hè, er zijn meer mensen hier!’ Het liefst zou ze het muntje er zelf in willen wrikken, maar nee, dat behoort niet tot haar takenpakket.
De man stopt het muntje in de gleuf en wil rap doorlopen. Maar zijn snelheid is groter dan die van het draaideurtje. Even later staat hij, met het paaltje tussen de wijde pijpen, volkomen klem in het dwarse mechanisme.
Hij kijkt de vrouw met smekende hondenogen aan. ‘Ik zit vast, Madame.’
‘Nondeju, nondeju nog an toe.’ Ze richt zich hijgend op en klikt ergens onder een stang. Het draaideurtje geeft mee en de man wordt de vrijheid in gekatapulteerd. Met zijn hand voor de broek rent hij blind vooruit, de verlossing tegemoet.
‘Neeee, zo gaat ge naar de dames, allee, terug hè, terug zeg ik!’
Het mannetje stopt, kijkt verwilderd op en rent in de juiste richting.
Het duurt even voor hij de hoek weer om komt. Een donkere plek op zijn broek getuigt van het leed dat hij tijdelijk met zich meedraagt. Met gebogen hoofd strak wegkijkend beweegt hij naar de centrale hal.
Plotseling klinkt een snerpende stem: ‘vijftig cent, ge moet er vijftig cent in werpen.’
Even zie ik hem in elkaar krimpen. Dan versnelt hij zijn pas en gaat onnavolgbaar op in de menigte.
En ik maar denken dat zo’n toiletdame een dienstbaar beroep heeft.
Verbaasde groet,
Arme man. Steengoed geschreven. Ik voelde vreselijk met hem mee.
Arme man. Treurig. Het zal je maar gebeuren. Ik ken de Vlaamse aard en het geknerp hoort daar niet bij. maar die zullen er ongetwijfeld zijn. Ik ken Antwerpen . zo’n mooie stad! Ik ga nog eens met Okko.
Allee, deze vrouw snerpte. Het was ook geen Antwerpse maar een Brusselse. Die snerpen tegen Vlamingen altijd wat harder.
Ach allee, niet naar Brussel dus….
ohhhh je zal het maar aan de hand hebben, het was je 100 euro waard toch:-)
wat een crime een volle blaas…steengoed geschreven vriend plaat,
xxx
Gossie. Leuk verhaal. Wat kun je toch goed schrijven.
Off topic:
Deze week probeer ik op mijn blog jouw vraag te beantwoorden.
Vriendelijke groet,
Ach wat zielig, wat een serpent van een mens zeg en dan die stem, die hoor ik gewoon snerpen.
Een geweldig verhaal Plato!
Een afgestompte zuurpruim is de toilet”dame”.
Arme man, die moet de hele dag met een natte broek rondlopen.
Keigoed 😉 geschreven Plato!
Ach gut die rothekjes ook, heb er ook altijd ruzie mee bij de Hema. Hoorde in gedachte de stem voor me en zag de madam er bij zitten haha. Die arme man. Mooi beschreven.
Geschreven in de categorie fictie,
Nou ik zag het zo gebeuren, had gerust waar kunnen zijn.
Ik hoop voor de man dat het een beetje waaide of dat de zon scheen.
Ferrara, het was ook gedeeltelijk non-fictie. Ik bedoel: ik zag een man, hij zat even vast in het hekje en de mevrouw hielp hem en hij liep per ongeluk verkeerd. Dat was alles. Mijn verdorven geest maakte er vervolgens dit verhaal van.
Niet verdorven, maar fantasierijk. 🙂
Met Willie eens. Ik smul van dit soort verhalen.
Nou, je mag van mij je verdorven geest nog es weer laten spreken Plato! Alhoewel ik het begrip “verdorven geest” wel erg zwaar vind, ik noem het gewoon “heerlijke humor”. Ik heb weer es genoten!
Ik heb waarschijnlijk ook zo’n verdorven geest, had dit verhaal gelezen en ging vervolgens douchen. Onder de douche bespringen mij soms bizarre gedachten, zo ook nu: zou Jezus, als kind, verschoond zijn gebleven van broekplassen, of droegen kinderen toen geen broeken…?
Wat een kenau. De man had wel een héél lang lontje.
Pracht verhaal wat zomaar zou kunnen gebeuren.
Groetjes, Ria
Een snerpende middelbare vrouw. Ik ga ogenblikkelijk in dekking.
Maar plaat moet het niet vrouw van middelbare leeftijd zijn? Middelbaar klinkt zo ..euh…middelbaar.
Maar natuurlijk heb je gelijk Eveline. Maar ik houd er van alles net iets anders op te schrijven. Mijn schuld, ik ben al op de leeftijd waarop men niet ongestraft onbemiddelbaar kan zijn.
Yep, het zal je maar gebeuren net als je zo hoogdringend moet… lol… Nice one!
Mooi geschreven. Geeft goed de wisselwerking tussen mensen weer. De man liet de vrouw tekeer gaan en dat was een extra uitnodiging voor haar. Dit manneke moet toch maar eens van zich af leren bijten, lijkt mij. Dat voorkomt ongelukjes 🙂
De kenau van de openbare sanitaire voorziening. Je hebt er zeikwijven tussen, hoor. In mijn droom – als ik in de wakkere wereld ontzettend moet plassen – loop ik ook altijd tegen hekjes op. Nog nooit iemand tegengekomen die riep dat ik er 50 cent in moet doen. Voortaan maar een muntje onder mijn kussen leggen ter herinnering. Gelukkig word ik wel bijtijds wakker om naar de wc te rennen 😉 Levendige beschrijving. Jouw stukjes lees ik altijd extra langzaam, dan smaken ze beter. Echt!
Haha, de arme man! Ben heel benieuwd hoe hij het opgelost heeft want met die natte plek rondlopen staat ook wat vreemd. In gedachten HOORDE ik de stem van de vrouw. Als het een jaar of wat geleden was geweest – nog voor het antirookbeleid – zou ze waarschijnlijk ook een asbak daar hebben staan, met daarin een smeulende Gauloise sigaret. Zo stelde ik me tenminste voor!
Hij was in zijn hoge nood ongetwijfeld nooit over het hekje geklommen. Ik geloof in ieder geval niet dat het hem zonder nattigheid gelukt was. 😉
Een heerlijk humoristisch verhaal weer Plato. Ik heb ervan genoten.. Ik schreef trouwens onder Margreet een antwoord waar jij misschien ook een antwoord in vind. zo niet… dan hoor ik het wel.
http://magazijn.blogspot.nl/2014/02/zuivere-ruimte.html?showComment=1393792454266#c2031518746410403577
achhh gosssssss
Je slaat de spijker op de kop, Mel.
tja soms kan ik dat wel….. 😉
Haastige spoed is zelden goed, hahaha.
Draaideurtjes bij toiletten ? Waar is het vertrouwde schoteltje?
Je mocht een munt neerleggen bij het verlaten van het toilet, dan had de man het wel drooggehouden. 🙂
Tjee, wat een bitse vrouw, ze doet dit werk al veel te lang en tegen haar zin, denk ik.
Arme man, hij hoort haar stem vast nog eens in zijn dromen.
Geweldig geschreven Plato, zeer beeldend en humoristisch.
Die verhalen zijn het leukst, gebaseerd op een klein dingetje waardoor het heel non fictie lijkt. Het is eigenlijk maar een zielig mannetje met zijn tijdelijke leed, zo zichtbaar in zijn broek. Althans dat hoop ik dan maar.
Je zegt dat het fictie is, maar ik zag het voor me gebeuren. Want zoiets zou zo maar kunnen. Of zijn de Vlaamse pleegirls niet zo hard?
Nathalie en Tagrijn, zie mijn eerdere antwoorden waarin ik schrijf dat het een non-fictieve observatie was die ik heb uitgebouwd tot een (deels) fictief verhaal.
Ja, dat zeg ik toch.. die verhalen zijn het leukst!
Jee, die arme man! Ik heb ergens eens iets dergelijks meegemaakt, nou ja de man zat niet vast maar moest heel nodig en had geen goede muntjes en sprak de taal niet. Ik gaf hem toen geld en heb hem wat wegwijs gemaakt, de rest moest hij zelf doen pp
had hij het maar laten lopen .kon de dame nog dwijlen er na
Vind het wel heel mooi dat je de perceptie die mensen van de wereld hebben omdraait hier, Plato. Niet ‘die arme toiletjuffrouw’ en ‘dat opgeschoten tuig’, maar een vervelende toiletjuffrouw en een zielig hip ventje. Mooi geschreven (weer)!
Weer mooi en herkenbaar geschreven. Ik kan me zo inleven in de situatie.
Nou het kan nog erger, onlangs was ik op een station (Alkmaar) waar ik met mijn telefoon voor de wc diende te betalen. Hallo ik kan bellen en gebeld worden ermee. Maar betalen.. Nee.
Na al het wereldleed op je ranke schouders, ben ik opgelucht dat je nog eens humoristisch uit de hoek kan komen, Heer Plaat. Scheelt mij weer een aantal pillen vandaag.