Tuinier: zuster

‘Dag buurman… wat kijk jij sip. Zit je niet lekker in je vel?’
‘Hoi Tuinier, ach, wat zal ik zeggen. Mijn zuster is een weekje te logeren.’
‘Is toch leuk? Dan heb je wat aanspraak. Anders zit je maar alleen.’
‘Ja, dat is wel zo, maar het is meteen zo onrustig in huis.’
‘Onrustig?’
“Ja, ze loopt de hele dag te poetsen en te mopperen dat het hier zo’n rommeltje is.’
‘Dat mopperen is minder. Maar poetsen, daar wordt je huis alleen maar netter van.’
‘Ja, dat wel. Maar ze flikkert alles ergens anders neer. Ik kan mijn eigen spullen niet meer vinden. En ze gooit ook dingen zo maar weg.’;
Wat voor dingen?”
‘Ach, je kent dat wel, garenklosjes, ijslollystokjes, afvalhout, oude pannen, alles eigenlijk.’
‘En heeft ze dat allemaal weggegooid?’
‘Bijna alles.’
Heftig’.
‘Zeg dat maar.’
……..
……..
‘Nou heb je wel een heel vol huis, buur. Je kan bij jou bijna nergens meer lopen.’
‘Nou ja, het is toch zonde om dingen weg te doen? Je weet nooit wat je nog kan gebruiken.’
‘Tja, het is jouw huis. Maar….’
‘Dat gemopper is nog het ergste. Ze gaat maar door. Ik word er gek van.’
‘Heb je het al tegen haar gezegd?’
‘Ha, alsof dat helpt. Man het is net een tank. Dat gaat maar door. Trouwens, mijn moeder was ook zo. Mijn vader had geen leven. Later zei hij eens tegen me: jongen, als ik haar had kunnen veranderen, had ik het gedaan. Wat zou het dan rustig in huis worden. Die woorden zijn me altijd bijgebleven.’
‘Ben je daarom nooit getrouwd buur?’
‘Zou kunnen, misschien onbewust. Ach, je KAN iemand helemaal niet veranderen. Dat werkt niet, zeker bij mijn zuster niet. Nee, ik kan maar beter twee straatjes omgaan en hopen dat die week snel om is. Meestal zie ik haar dan een tijdje niet meer.’
‘Nou, buur, dan wens ik je deze week veel sterkte, en…..’
‘Oh god, ze roept, hoor je dr snerpen? Ik ga maar gauw’.
‘O ja, buur. Kan ik die ouwe schep die ik je geleend heb, weer terugkrijgen. Ik moet namelijk morgen nodig…’
‘Sorry, kan niet meer.’
‘Wat? Je wilt toch niet zeggen…?’
(benepen) ‘Jawel.’
‘Wel gloeiende  tuinparasols nog an toe &^!#$%^*(#*”.
‘Dat bedoel ik.’