Ja, u kent Tuinier als de man die over zijn schoffel gebogen staat te mijmeren, een kop koffie drinkt en dan weer doorgaat met het bestrijden van het onkruid. Maar nu even heel iets anders.
Mijn overbuurvrouw stamt nog uit de tijd van voor de seksuele revolutie, de maagdenhuisbezetting, baas in eigen buik, de Beatles, de Stones en de flower-power periode.
Ik leerde haar in 1985 kennen. Dagelijks zat zij op een stoel voor haar huis, las of breide wat en maakt met iedereen, gevraagd of ongevraagd, een praatje. Ze had veel vrienden die ze blij ontving in haar te volle woonkamer met kleurige kleedjes, boedhhabeeldjes, wierookbakjes, tafels vol paperassen, kranten en foto’s. Ik kwam er graag want het was prettig met haar praten over literatuur, politiek, de actualiteit… eigenlijk over van alles.
Maar een paar jaar geleden, zo rond haar tweeënzestigste, veranderde dat plotseling. Ze zat niet meer voor haar huis, zegde vriendschappen op en deed de deur voor niemand meer open, familie en de meteropnemer niet uitgezonderd. De enkele keer waarop ik haar nog zag, vertelde ze me dat men er goed aan deed haar met rust te laten. Verder geen ruzie of zo, nee hoor, maar ze was klaar met al die contacten.
Aanvankelijk dacht ik: is het de schaamte omdat ze nu met een rollater loopt (ze is nogal gezet)? Of is het begonnen met die goede vriendin die een paar jaar geleden in haar armen stierf? Dat bleef echter gissen want vragen konden we het haar niet.
Deze situatie duurt tot de dag van vandaag.
Onlangs las ik van die man die vier jaar dood op zolder lag. De vraag daarbij is in hoeverre de gezinsleden schuldig zijn aan verwaarlozing. Toegegeven, dat is nog iets anders dan de situatie rond mijn buurvrouw. Maar toch, het kan zomaar gebeuren dat ze overlijdt en dat wij (de buurt, de familie, de overheid) daar pas na maanden achter komt. Een afschuwelijk idee inderdaad.
Maar hoe voorkom je zoiets als de persoon zelf niet wil meewerken?