De oude man keek moedeloos naar het voorbijschrijdende publiek. Zijn geaderde handen lagen zwaar op een stapel tijdschriften. In de diepe voren van zijn voorhoofd lag een leven vol pijn gegraveerd.
Zijn ademhaling leek op een permanente poging tot zwaar zuchten. Naast hem zat een grijsharige vrouw aan wie het bestaan ook niet rimpelloos voorbij was gegaan. Zwijgend vouwde ze brochures.
Tuinier was die ochtend moeizaam opgestaan. Terwijl hij af en toe door het keukenraam de herfstige tuin in keek, bladerde hij door het ochtendblad. Zijn oog viel op berichtje over een gezondheidsbeurs, niet ver van zijn woonplaats. Zouden ze daar misschien iets hebben tegen pijnlijke spieren?
Manhaftig wurmde Tuinier zich door de mensenmenigte. De kraampjes, voorzien van informatiefolders, visitekaartjes, boeken en hebbedingetjes, leerden hem dat dit de zaal van de patiëntenverenigingen was. Hier kon men zijn fitheid testen, dieet- en gezondheidspillen kopen, een weldadige massage ondergaan of zich laten inschrijven voor dure cursussen. Kassa, dacht Tuinier venijnig. Kwalen zijn tegenwoordig big business.
‘Mijnheer, wilt u een foto van ons maken? Wij hebben geen toestel ziet u.’ Het dunne stemmetje van de grijsharige vrouw deed Tuinier opschrikken. ‘Maar natuurlijk,’zei hij en maakte wat foto’s. Daarna pakte hij een brochure en las: Vereniging voor Mensen met Chronische Pijn. Lidmaatschap € 10,-. ‘Schrijf mij maar in,’ zei hij en gaf de man een tientje. ‘Tenslotte word ik zo vaak wakker met spierpijnen’
Terwijl de oude man het geld inde, noteerde de vrouw zijn gegevens, gaf hem een kwitantie en zei: ‘ja mijnheer, we ontvangen veel van het leven waar we niet om hebben gevraagd. Uw lidmaatschapskaart krijgt u per post.’
‘Dank u,’ glimlachte Tuinier. ‘Nog een paar foto’s? Maar dan wel even lachen hoor!
Toen kwam de oude man met een fel rukje overeind en riep: ‘wij lachen niet mijnheer, wij hebben pijn!’