WE-300: Frank (2010)

De telefoon rinkelt. Een stem. Een schok. Beelden.
Daar ligt hij, half uit bed, zijn vuisten gebald alsof hij in zijn laatste momenten nog een klap wil uitdelen aan een onzichtbare vijand. De haren verward, het bleke gezicht vertrokken in een pijnlijke, wanhopige grijns. Het plotselinge einde van een strijdbaar leven.

Ik kende hem van de maandelijkse ledenbijeenkomsten en van de werkgroep waarin wij participeerden. Vanaf het begin had hij ieders aandacht. Bij elke discussie was hij leidend, legde gevoelige punten, niet altijd even zachtzinnig, bloot en was niet te beroerd je haarscherp uit te leggen waarom een plan niet deugde en wat er moest gebeuren om wel kans van slagen te hebben.

Tact was niet zijn sterkste kant. En dat wist hij. ˜Als ik te ver ga, fluit je me maar terug,’ grijnsde hij dan tegen de voorzitster, met een blik die deed vermoeden dat ze hem in dat geval beslist nog eens, awel, toch zeker een paar keer, zou tegenkomen.

Strijdbaar was hij. Een Vlaams kruitvat. Een die niet rustte alvorens hij de prints van zijn gedachten succesvol in je hersenpan had geprojecteerd. Maar ook een met het hart op de goede plaats.

Is het niet navrant dat iemand die zelf arts was, de eigen symptomen van zijn lichaam zo maar opzij placht te schuiven. Want hij voelde zich al een tijdje niet goed. ‘Het gaat wel weer over,’ zei hij dan narrig. ‘Men gaat niet voor elk wissewasje naar de dokter. Dan kunnen we wel aan de gang blijven.’
Als hij dat zei, dan bleef dat zo.

Met de telefoon nog in de handen, kijk ik naar plaatsen die ik niet kan zien. En ik hoor hem roepen: ˜verdomd nog aan toe, allee, maar we zullen dit varkentje eens wassen hè.’

Ik zal hem missen.

Dit bericht werd geplaatst in WE-300. Bookmark de permalink .

Ja, schrijft u maar.....

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s