De geliefde plekjes te verlaten
en verder gaande op je pad
toch nog steeds te weten dat
zij daar stonden, lagen, zaten
We geven handen want we wéten
Voelen in en leven mee
Kennen wel die levenszee
Maar zijn zo snel zovéél vergeten
Toch is er soms in wie wil rijpen
De liefde die zichzelve schrijft
Die als verbinding altijd blijft
Een eeuwig minnen en begrijpen
Dat over ’t graf rotsvast beklijft