Acht uur in de avond.
Dikke, donkere wolken joegen langs de hemel. In de knusse huiskamers stonden de besuikerde oliebollen op tafel. Vrijwel overal was de televisie aan en in veel keukens stond de sekt gereed voor een tinkelende toast op het nieuwe jaar. Het beloofde gezellig te worden.
Niet voor hem.
De laatste jaren had hij in volstrekte eenzaamheid en concentratie doorgebracht. Zoals hij ook vele dagen voor die verdrietige scheiding was geweven in de beslotenheid van zijn eigen geest. Natuurlijk, hij begreep wel dat zijn vrouw en kinderen hem in zijn streven niet konden volgen. Dat ze heel andere dingen wilden van een man en vader. Maar dit was zijn pad. Een pad van dagelijks urenlange meditatie waardoor hij uiteindelijk toekwam aan de hoogste vorm: de Kriya Yoga, sleutel tot inzicht en ultieme vreugde.
In de stilte had hij zijn wezen leren beheersen, kon hij zijn hartslag naar believen vertragen en de verschillende dimensies betreden zoals een gewone sterveling een kamer binnenwandelde. Zijn grote voorbeeld, Paramahansa Yogananda, was op die manier uit het aardse leven gestapt. Gewoon, omdat het genoeg was.
Zijn familie verklaarde hem volslagen krankzinnig. Maar dat was een offer dat hij moest brengen. Hij kon en wilde niet meer terug.
Zorgvuldig zette hij zich in de voorgeschreven houding, sloot de ogen en concentreerde zich op zijn ademhaling.
Hoe lang zat hij daar?
De lucht was ijl. Hij voelde zich als zweefde hij gelijk een veertje in de zachte zuidenwind. Vanuit het niets ontwaarde hij een klein, mat licht dat allengs in omvang toenam en hem op een volkomen natuurlijke manier omhulde. Ergens in de verte zongen zachte, hoge stemmen het Ohm Shanti. Niets was nog belangrijk. Hier heerste de stilte der eeuwigheid.
Zo was het goed.
Buiten luidde het knetterend vuurwerk het gloednieuwe jaar in.