Het was warm aan het kanaal. De middelbare man op het te kleine krukje hield zijn bewalde ogen moedeloos op zijn vislijn gericht. Nee, ze wilden niet erg bijten vandaag.
Achter hem zat zijn gade. Haar libelle was van haar korte broek gegleden en haar zonnebril hing halverwege haar door de wind gesloopte permanent. Met dichte ogen en malend kunstgebit verorberde ze een suikerbroodje.
De man zuchtte. Zou de worm er nog aanzitten? Zat hij niet te ver in het wier met zijn haak? Had het eigenlijk wel zin om met dit weer te gaan vissen? Tenslotte had ie net zo goed met een koud pilsje in de tuin…
‘Moet je een suikerbroodje, Anton?’ vroeg de vrouw lijzig met een stem die deed vermoeden dat als hij ja zou zeggen, haar vervolgzin zou zijn: ‘dan moet je het zelf komen halen’.
‘Nee’, bromde hij, ‘te klef’.
‘Wat zei je? lispelde zijn vrouw? Ze had het duidelijk te heet voor woorden.
‘Ik zei NEE’, snerpte de man onder zijn oksel door, ‘geef me liever een fles bier’.
‘Je hebt er al twee gehad, Anton, je weet wat de dokter…’
‘De dokter kan barsten’, riep de man giftig, gooi die fles.’
‘Ik heb er maar twee meegenomen Anton’, want ik dacht…’
‘Het kan me niet schelen wat je dacht, altijd dat gezeik,’ foeterde de man, stond op, pakte zijn hengel en haalde met het molentje de lijn in. De worm kronkelde niet meer maar zat er nog goed aan.
‘Uit de weg, ik ga ingooien,’ riep de man, nog steeds bozig en zonder zin om ook maar even om te kijken.
‘Ja hoor, gooi jij maar, riep zijn vrouw verveeld, haalde haar kunstgebit uit haar mond en begon met een zakdoek de harde stukjes uit de binnenrand ter verwijderen.
Op hetzelfde moment zette de man zich in positie en gaf zijn werphengel een reuzenzwaai.
Soms zijn er momenten in het leven waarop er dingen gebeuren die normaal niet zouden plaatsvinden als je het het bij volle bewustzijn zou proberen. Dit WAS zo’n moment…
Het snoer van de hengel zwiepte schuin naar voren en het haakje hechtte zich in een flits muurvast in het bovengebit van de vrouw. Even later zwiepte de lijn met volle kracht naar voren en kwam met een plons midden in het kanaal terecht. De vrouw gaf een gil die tot in de wijde omtrek te horen was waardoor de man zo vreselijk schrok dat hij van zijn kruk zijdelings het riet in rolde.
Wel jammer dat hij in die positie niet kon zien dat hij onmiddellijk beet had.