Soms dreigt de dikke wolkenlaag
Die somber maakt en sluiting geeft
Dan is er slechts die ene vraag:
Is dit dan al waarvoor je leeft?
Het dal is hoger dan de berg
Het water raakt zijn oevers kwijt
De grootste mens wordt tot een dwerg
Gedachten leiden slechts tot spijt
Maar plots, dan schijnt een straaltje licht
Spontaan, zo vrolijk door het raam
Het lacht, het zingt als een gedicht
Vlinderend vrij roept het je naam
Dan breekt de ban, dan smelt het ijs
Het dikke wolkendekbed sneeft
En in je hoofd speelt zacht een wijs
Omdat dat straaltje warmte geeft
En al dat sombermakend grijs
Maakt dat je weer in vrijheid leeft