Als een bruisende storm kwam zij in zijn leven. Vanaf dat moment was het over met zijn rustige TV avonden. Verdwenen waren de discussieavonden met vrienden. Over waren de zondagmiddagen op het voetbalveld van zijn favoriete club.
Natuurlijk, hij wilde het zelf. Want hij kreeg er veel voor terug.De heerlijke boswandelingen, het vrijen in de duinen, mijmeren over kinderen, een eigen huis. De wereld was goed en veelbelovend, die eerste tijd.
Hij herinnerde zich die eerste keer, dat zij, terwijl hij aan zijn studie was, in haar nachtpon op de bank hing en naar een spelletjesprogramma keek. Ze kauwde luidruchtig haar chips en lachte klaterend bij elke grap van de presentator. Hij kon zich niet concentreren. Ergerde zich aan haar leegheid.
En dan die eeuwige agenda. Vanavond: tante Loes. Morgen:Anneke op visite. Donderdag die verschrikkelijke stijldansavond. Zaterdagavond bingo in café ’t Slokje. Met liveband. Konden ze dansen. Hij zuchtte.
Langzamerhand ging hij minder mee. Gebruikte zijn studie als excuus. Ze vond het niet leuk, ging alleen. Als ze thuis kwam met verhalen over een te gek gave avond veinsde hij soms belangstelling. Later zelfs dat niet meer.
Het einde was voorspelbaar. Op een avond kwam ze laat thuis en zei: ‘Ik ga weg, Simon, je bent me te saai. Ik wil leven. Veel geluk met je boeken.’Buiten ronkte een auto. Zo vlinderde ze uit zijn leven.
Sindsdien kwam hij weer op onze discussieavonden. Over het gebeurde zou hij zich nooit meer uitlaten. Wij zwegen met hem mee.