In de vroegste tijden bestond ik uit een aantal onderdelen, die in de stellingen van de Gazellefabriek lagen te wachten op verder gebruik. Ik had toen nog geen bewustzijn. Maar de herinneringen aan die tijd liggen opgeslagen in mijn frame.
Op een dag werden deze onderdelen samengevoegd met een aantal andere. Op het moment dat mijn frame verbonden werd met twee wielen en een stuur, ontstond, laat ik het zo formuleren, mijn persoonlijkheid. Deze groeide gelijk op met het aantal onderdelen dat aan mij werd toegevoegd. En opeen bepaald moment was ik klaar.
God, wat was ik trots, die dag. Geen krasje ondergroef mijn laklaag en geen vuiltje bezoedelde mijn ketting. Toen ik uiteindelijk het logo kreeg opgeschroefd en zo mijn naam op plechtige wijze in ontvangst nam, voelde ik me sterk en onaantastbaar.
Natuurlijk, ben ik geen snelle racefiets en ook niet geschikt om mij gemotoriseerd te verplaatsen. Maar ik ben wel wat anders, namelijk een stevige herenfiets met zeven versnellingen die zich veilig voortbeweegt en wie een lange levensduur beschoren is. Ik zit soepel in mijn bouten, ken geen roestvorming en behoef om deze reden niet of nauwelijks onderhoud. Zeg mij:waar kom je zulke fietsen vandaag de dag nog tegen.
Mijn naam is Locomotief. Maar zoals ik u al eerder schreef: noem mijn liever Loco1. Zo kent Plato mij ook.
U begrijpt, ook fietsen hebben zo hun dromen. Ach, dromen. Ik kon soms, in de winkel waar ik niet lang na mijn definitieve vormgeving terecht kwam,heerlijk in het zonnetje staan soezen. En dan dacht ik aan het moment waarop ik gekocht zou worden door een vriendelijke man die mij in een grote, gerieflijke garage zou plaatsen en waar ik dagelijks op prettige reden door zou worden bereden.
Maar, zult u zeggen, dromenzijn bedrog. Ja, lezers. Dromen zijn bedrog. Want op een dag kwam er een man de winkel binnen en stevende meteen op mij af. DAT is hem, zo een zoek ik, zei hij enthousiast. Zeven versnellingen, wauw. Ja,zei de eigenaar van de winkel, en nog aardig afgeprijsd ook. Want het is al een iets ouder model. Maar een prima fiets, echt iets voor u.
Onwillekeurig huiverde ik. Want waar ik zo lang van had gedroomd, zou nu werkelijkheid worden. En zo dichtbij de realiteit, werd ik toch een beetje angstig. Wat zou er nu van mij worden? Ik prevelde voor mezelf de artikelen van de wetten op het rijdend materieel, die elk vervoermiddel onzichtbaar in zijn karkas geprint krijgt. Ondertussen werd ik zorgvuldig afgemonteerd en kreeg op mijn bagagedrager een dubbelzijdige fietstas en een snelbinder.
Twee dagen later fietste de man met mij weg. En anderhalve kilometer later werd ik in een schuurtje opgeborgen dat nog niet in de verste verte leek op de garage uit mijn dromen. Wel kreeg ik een heerlijk goedkeurend klopje op mijn zadel. Een klopje dat zei: je bent een goede fiets Loco1. Wij zullen het samen wel kunnen vinden.
En dat maakt mij, in een ondeelbare seconde, onnoemelijk trots. Er stroomde zoveel energie in mijn framebuizen dat ik zo wel had kunnen steigeren. Maar ik hield mij in. De wetten op het rijdend materiaal, nietwaar. Maar die trots, door dat kleine gebaar, bleef.
Ik had een baasje.