De woorden hadden geklonken als een combinatie van onverwachte verbazing en afschuw.
Voor haar waren het zeven zwiepende zweepslagen die fel doel troffen. Daarna had hij de ogen gesloten en was, na wat gereutel, definitief in de kussens teruggezonken.
Voor hém was het voorbij.
Ze was niet bepaald knap en had zich al verzoend met een leven als winkeljuffrouw toen ze, vrij plotseling, via de kerk, gekoppeld werd aan die verlegen jongeman met zijn enorm uitstaande oren.
Trouwen lag simpelweg in het verlengde van deze gebeurtenis.
Achtentwintig was ze, twee jaar jonger dan haar gloednieuwe echtgenoot die de volgende dag alweer het land bewerkte.
Op haar beurt stopte zij al haar energie in hun huisje, dat ze dagelijks met versgeplukte veldbloemen opfleurde. Vaak complimenteerde hij haar daarover. Dan was ze blij. Ze dééd ertoe.
’s Avonds, na zijn thuiskomst aten ze hun maaltijd. Daarna las hij de krant terwijl zij afwaste. Later luisterden ze gezellig een uurtje naar de radio of deden een spelletje. Om negen uur doofde de lamp, want ’s morgens vijf uur ging, onverbiddelijk, de wekker.
De tijd verstreek. Gaandeweg ging het hen beter. Er kwam televisie, telefoon, vakantie, geld op de bank. Ze hadden het goed. Wel bleven ze kinderloos maar ach, in deze tijd, was het niet beter zo? Ze waren gelukkig met elkaar, toch?
De laatste jaren werd hij in toenemende mate warrig en nors. Een verpleeghuis had ze afgewezen. Aan haar man geen vreemde handen.
Ze had volgehouden.
De anderen pakten haar zacht bij de witverkrampte handen, zeiden dat het zijn ziekte was geweest, dat ze zich niet schuldig moest voelen, dat ze moest eten, dat ze iets moest zeggen, dat ze…
Maar nooit zou ze nog iets anders kunnen horen dan die laatste woorden:
‘Mijn God, wat ben JIJ verschrikkelijk lelijk!’
Hij had haar innerlijke schoonheid nooit ontdekt, Loslaten die handel.
groetjes, Ria
tjonge hier schrik ik van….. tja soms ,soms weet men niets van elkaars duistere gedachten
Sprak hij, met zijn wijd uitstaande oren. Ook niet moeders mooiste, vemoed ik. Met wie moet je nou de meeste compassie hebben: met hem, omdat hij al die jaren haar lelijkheid heeft verdragen zonder er iets van te zeggen, of met haar, om wat ze nu te verstouwen krijgt. Hopelijk zal ze inzien dat uiterlijke schoonheid vergankelijk is, en dat het gaat om de schoonheid van de ziel. Zij heeft toch maar mooi dat kinderloze huwelijk verdragen met een man die na de eerste huwelijksnacht direct weer aan het werk ging en die zich ’s avonds achter de krant verstopte. Joost Prinsen zong ooit: “Schoonheid is maar tijdelijk, zij vergaat heel snel. Wat blijft dat is de lelijkheid, onderhoud haar wel”. Zit wat in.
Een geweldige WE; het was flink schakelen!
Ach…wat sneu…
Triest triest
blijkbaar konden ze beiden niet datgene doen in en met hun leven wat ze werkelijk wilden..
Zij verdiende dit zeker niet, die man was de lelijkerd.
Dat zijn geen fraaie laatste woorden.
Kan me voorstellen dat ze moet schakelen.
Als wraak kan ze op de rouwbrief schrijven: Heden overleden, Flappie. Zonder tegenwind zal hij snel “boven” zijn.
( ik sla een WE-tje over, morgen met vakantie!)
Dag Plato!!
Oef…dat komt hard aan….. afschuwelijk!!!
Hoe verzin je het?!
Grijns!!
Hé jeetje, dat is werkelijk niet zo fraai na alle zorg van haar kant. Eens raden wie ik de lelijkerd van het koppel vind…
Wat een sneu verhaal zeg… Arme vrouw. Daar sta je dan..
Jakkes, wat een rotopmerking. Ik heb me suf geschakeld. Je bedoelde toch niet dat hij die opmerking richting hemels licht plaatste, mag ik hopen? Copyright 2003?
Ik dacht al: zal iemand het opmerken? Whahahaha, jij vond het. Het is al gecorrigeerd.
Een slot om van te schrikken. Wat heftig! Mooi opgebouwd verhaal en goed naar de climax toegewerkt. Hulde!
oei wat een hork om dat zo t e zeggen….
een schep extra zand om zeker t e zijn dattie der niet meer uit komt:-)
Ach wat verschrikkelijk om dat als laatste woorden te moeten horen. Arme vrouw.
Sommige mensen zeggen in hun laatste momenten dingen die ze nooit hebben durven zeggen… Wat verschrikkelijk voor haar, zij zal die woorden nooit meer kunnen vergeten. Wat een verhaal met een bizar einde… hoewel… het begin verraadde al wel iets. Een mooie WE Plato!
Weet niet zeker of het nog gaat lukken de komende week… Beetje erg drukkies met andere dingen 😉
Geweldig – ik zit nog steeds te grijnzen terwijl ik het voor me zie! Ik denk niet dat ze er heel erg lang last van heeft gehad, van die laatste opmerking. Zo te lezen hadden ze een goed, warm huwelijk en op het eind was hij zichzelf niet meer, dat wist ze ook wel. Wie weet kon ze er na een tijdje zelfs wat – verkrampt – om glimlachen! (Met nadruk op verkrampt!).
Hoewel je ook een beetje kunt proeven dat ze zichzelf niet knap vond en dat ze dus op dat punt kwetsbaar zou kunnen zijn.
Hoe één zin, uitgesproken door een warrige geest, haar hele leven tot een leugen maakt.
Bijzonder triest, en dat na al haar opoffering in de laatste jaren.
Wat een akelig afscheid, hopelijk kan ze het na een tijdje wat relativeren.
Mooi geschreven , Plato.
Zulke woorden kunnen enorme inpact op iemand hebben en al kan je het proberen te vergeten, heel ergens in het achterhoofd blijven ze toch altijd klinken. Triest als dat de laatste woorden van iemand zijn.
Maar daarmee wel een mooi verhaal, mijn complimenten.
Hallo Plato. Het is al lang geleden dat wij wat van elkaar gehoord hebben en
ik kom vaker bij uw weblog langs.
Groetjes van Robbie.
Opgespaarde woede van een heel leven lang?? Ze deed zo haar best …………. iets wat je in huiselijk geweld situaties vaak hoort, triest, maar hoe vaak gebeurd dit niet of echt of in de hoofden van mensen?
Verhaal bleef bij me hangen. Het zal je toch gebeuren dat je zo achtergelaten wordt. Wat dat betreft een hork van een verhaal. Het was wel schakelen. En dat heb je prima gedaan.
Je t’aime… moi non plus
hij was niet moeders mooiste, eerder lelijk en zij ook
in de duisternis
leek er niets mis
telkens het paar tussen de fris gewassen lakens dook
Lenjef 😀
Plato in het verhaal proefde je al dat ze onzeker was …..haar liefde voor hem ….toen zijn woorden…..Sorry ik moet lachen hahahaha niet leuk voor haar maar kan het me zo in mijn hoofd zien en horen och germ hahahaha
Grote grijns 🙂
Plato …..ik heb het Ger voor gelezen en hoewel ik het pijnlijke vd vrouw aanvoelde overwon het *leed vermaak* tranen biggelde over men wangen en Ger grijnsden even hard mee hahaha (Y)
Gigantische grijns.
Over schakelen gesproken 😉 Ja, voor hem was het voorbij, voor haar begint het net!
Het zal wel komen omdat het al zo laat is maar ik vind het treurig……verdorie, kon hij nou op het laatst zijn bek niet even houden. Ik hoop dat ze hem daarboven de neus even goed tussen zijn twee uitstaande oren zetten.
Hihi wat een heerlijke reactie, Eveline! Ik d8 het, maar om het dan neer te schrijven… Dat durf ik niet. Gelukkig doe jij dat dan 🙂
Auw… die laatste regel… Kreeg bijna tranen in mijn ogen, die arme vrouw. Maar ik moest tegelijk ook zo ontzettend lachen. 😉
Ha ja zelfs 3x en de reacties maar ja vast niet goed knopje ingerukt bij reactie plaatsen dus bij deze
ze had vast liever gehoord mijn liefste mijn mooiste
Wat een zelf reflectie op het sterfbed. Jammer dat ze zich aangesproken voelde maar zo menselijk.
Onvoorstelbaar onverwachte clou en geweldig goed naartoe geschreven!
Je zit dat verhaal met een boer-zoekt-vrouw-gevoel te lezen, gekoppeld via de kerk nog wel dus des Heeren zegen moet er wel op gerust hebben, mede gezien de materiële zegeningen.
En ja, je voelt wel aankomen dat hij stevig aan het aftakelen is, als stugge zelfdoener word je daar sjagrijnig en weerbarstig van, logisch toch?
En dan komt de klapper…!
Nou ja, collega’s hebben mijn oren ook wel eens vergeleken met openstaande taxideuren, maar ik kan er mee omgaan – ik heb ooit een onderzoeksresultaat gelezen, waarin beweerd werd dat er een parallel was tussen grote oren en hogere intelligentie…
Dank je wel voor het compliment Dwarsbongel.
En wat betreft die parallel tussen de oren en het intellect: tja, dat moet dan wel kloppen. Of zou het een bevestiging zijn van de these van Pim van Lommel die suggereert dat het werkelijke verstand niet (uitsluitend) in de hersenen zetelt maar op een plek buiten het lichaam (in dat soort dingen geloof jij vast niet) en dat de hersenen derhalve (niet uitsluitend maar mede) geldt als ontvangstbron?
In dat geval zijn taxideuren natuurlijk mooi meegenomen 🙂
hahahahahahaha oh wat erg.
nee echt.
het zal je maar gebeuren. 😉
Wat mooi geschreven weer. En ja… het zal je gebeuren… Daar kan je mag je het mee doen voor de rest van je leven 😦
Wel heel beeldend geschreven, maar misschien ben ik net iets te gevoelig of te empathisch om dit als een prettig te lezen te ervaren.